He(tero)Ma(nnelijk)-lezen (1)
Dit bericht is 12468 keer gelezen!
Ik ga nog een stap verder in mijn brillenverhaal van een vorige serie mijmeringen. Op zoek naar de relatie tussen hormonen en bijbellezen …. Eerst weer even warm worden.
============
Op een collegeochtend in 1983 was het onderwerp van een breed opgezette studieochtend de vraag “Is de uitleg van de bijbel vrij?”. Anders gezegd: De vrijheid van de exegese. In het forum zaten onder anderen twee exegeten, een homileet, een dogmaticus en een historicus. Na diverse bijdragen en gespreksrondes was er een brede consensus. Ja, de exegese van de bijbel is vrij en moet dat ook wel zijn, omdat de bijbel als Gods Woord boven alles staat. Hulde, lof, eensgezindheid! We hadden elkaar gevonden in een mooie Schriftvisie en dito omgang met de schrift. De dogmaticus echter wilde tot slot wel opmerken, dat de vrijheid van de exegese waar was mits gebonden aan de gereformeerde belijdenis. Even was het stil. Ons ontbrak echter de tijd om daar nog verder op in te gaan. Sommigen waren wat verbouwereerd, anderen aangenaam verwarmd.
Bij nadere beschouwing kun je blij en verdrietig zijn met die laatste opmerking. Blij, omdat volgens het gereformeerd belijden de Schrift boven alles stelt. Sola Scriptura! Verdrietig om dat het niet zinvol leek om het Sola Scriptura in deze discussie te onderstrepen door op te merken, dat de exegese van de schrift aan de gereformeerde belijdenis gebonden moest zijn. Dat is op zijn minst een vreemde vorm van een contradictio in terminis. Het vermoeden rees bij mij, dat de dogmaticus iets anders beoogde dan direct in zijn woorden doorkwam. Was hij bang voor een bepaalde uitleg? Zag hij leeuwen en beren op de weg van de uitleg als we de Schrift voor zichzelf lieten spreken?
Zijn opmerking heeft diep in mij een onmiskenbare uitwerking gehad. Ik ben meer en meer gaan luisteren naar de redenen en motieven waarom mensen bepaalde teksten op een bepaalde manier uitleggen. Ieder heeft zijn of haar eigen redenen om de bijbel uit te leggen en toe te passen zoals men doet. Op veel terreinen in het leven is dat niet zo evident en ook niet zo belangrijk. Maar er zijn terreinen waarop we de vraag naar persoonsgekleurde exegese nadrukkelijk aan onszelf en aan anderen moeten stellen. Doen we dat niet dan verwonden we elkaar met onze bijbeluitleg. Het zijn met name de terreinen, waar de vrijheid van het persoonlijk handelen aan de orde is.
Eigenlijk zeg ik hiermee, dat het kan zijn dat er wél iets “boven” de Schrift zou kunnen staan. Het zou niet moeten, maar het gebeurt. Ik bedoel onze eigen bril, ons sjabloon, ons paradigma. Als we ons de bril bewust zijn is het een grote zonde om door te gaan met uitleggen en toepassen zonder andere uitleggingen en toepassingen evenveel recht te geven. Als we ons de bril niet bewust zijn zijn we gevaarlijk voor anderen zonder het zelf te weten. Die laatste opmerking betekent echter ook, dat we in onze bijbeluitleg allemaal gevaarlijk zijn voor anderen (want geen enkel mens leest zonder bril), wanneer we in ons niet het verlangen bemerken ook andermans uitleg recht en praktijk te geven.
Weet ieder mens, dat hij / zij met een bril op leest? Dat weet ik natuurlijk niet, ik heb het ze niet allemaal gevraagd. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat mensen, die tot een hoofdstroom van de bijbeluitleg horen de minste kans lopen hun eigen bril te ontdekken. Er zijn er immers veel, die het met hen eens zijn, en de groep, die het niet met hen eens is, is klein of ver van het bed. Zo hoorde ik een voorganger uit reformatorische hoek een keer zeggen van een voorganger uit roomse hoek, dat hij alleen maar met hem wilde spreken om hem te weerleggen. Zij, die tot minderheden behoren, worden zich hun brillen vaak pijnlijk gewaar. Is hun lezen dan minder belangrijk of minder waar? Nee, integendeel. Zoals de armen aan de rijken zijn gegeven om barmhartig te kunnen zijn is de minderheid aan de meerderheid gegeven opdat die niet op dwaalsporen zou geraken, die godonterend en dodelijk voor anderen zouden kunnen zijn.
Zo denk ik: Niemand leest de bijbel zonder bril. Bewust of onbewust laten wij de bijbel een doel in ons dienen. Ik weet niet of de dogmaticus van het begin zich dat bewust was toen hij de opmerking plaatste, maar het klonk voor mij nadrukkelijk door in zijn woorden. Het heeft mij op levensvragen gebracht over het recht van de sterkste, de meerderheid, de macht en het gezag van de bijbel(uitleg). Ik ben me bewust geworden van de opdracht in Esau en Jakob gegeven: De sterke zal de zwakke dienen. Maar ook van de schijnbaar onoverkomelijke moeite daarin.