HeMa-lezen (9 en slot) – Van God en Zijn Woord, gelovige, kerk en kerken
Dit bericht is 16937 keer gelezen!
Ik heb mezelf weer een beetje beter begrepen. Ik ga voor de HERE God en Zijn Woord! En voor allen, die Zijn Woord in geloof willen volgen. En voor het lichaam, waarin al die gelovigen hun plaats hebben. En voor de organisatie, die al die plaatsen samenbindt. Maar af en toe steekt er een graatje heel erg dwars in mijn keel en heb ik tijd nodig om mijn plekje te vinden. Heel soms doe ik dat leesbaar voor iedereen. Waarom? Omdat ik weet, dat velen ten aanzien van de kwestie die op dat moment speelt erg in verlegenheid zijn, maar het niet durven of kunnen uiten. Zo ook in de kwestie van homoseksuele relaties en de kerk. Ik weet uit vele gesprekken, dat veel mensen met de kwestie in hun maag en hart zitten. Als ik de mensen goed beluister is de eerste spanning de relatie met jezelf wanneer je ontdekt anders te zijn dan de meerderheid door wie je tot op dat moment bent opgevoed. Dan is er de spanning van de relatie met een mens, een geliefde met een andere gerichtheid dan jezelf. Dat is erg wennen voor sommigen. Er zijn ook zoveel vragen. Je eigen heden en toekomst, maar soms ook verleden is er mee gemoeid. Je moet opnieuw wennen aan jezelf. Dat geldt evenzo voor die vaders, die geen schoondochter krijgen en moeders, die geen oma worden. De wereld staat voor sommigen echt op zijn kop. Het geeft vervreemding en je zoekt houvast. Maar je moet vaak ook opnieuw wennen aan de ander. Dat komt meestal omdat je eerder in de jou bekende verhoudingen van man en vrouw dacht en handelde, maar nu moet inzien, dat die verhoudingen voor het leven veranderd zijn.
Waar vind je houvast? Gelovigen vinden dat in de bijbel en bij God. En als dat op een goede, gezonde manier gaat is dat een enorme steun. Troost, bemoediging, waarschuwing of correctie, ze maken het leven helderder, leefbaarder. Maar er kan ook een enorm probleem ontstaan. Een probleem kan ontstaan wanneer de bijbel voor meerderlei uitleg vatbaar lijkt te zijn en de uitleggers elkaar verdacht maken. Een mens raakt dan niet alleen in verwarring van zijn of haar eigen gevoelens, liefde, gerichtheid en sym- en antipathieën, maar nog meer door de elkaar bestrijdende berichten van de bijbeluitleggers. Er groeit twijfel aan wat juist houvast zou moeten bieden. Het helpt niet, wanneer een bijbeluitlegger zegt, dat hij de juiste uitleg heeft. Het helpt ook niet, wanneer meerdere bijbeluitleggers het ogenschijnlijk met elkaar eens lijken te zijn. Er zijn immers al andere geluiden gehoord. Het helpt helemaal niet wanneer een bepaalde uitleg als normatief wordt opgelegd. Het gezag van de uitlegger(s) is niet voldoende om de strijd van binnen tot rust te brengen. De strijd met innerlijke gevoelens is door gebrek aan normatieve eenduidigheid en een groeiend gevoel van eigen verantwoordelijkheid reeds te groot geworden. De meeste mensen volgen in die strijd die weg, die hen het beste lijkt te passen bij het wezen van God, zoals zij dat zien. En het hoeft geen betoog meer, dat die wegen enorm uit elkaar kunnen lopen. Welke autoriteit is er dan nog, die jou kan overtuigen en een specifieke koers kan laten gaan met behoud van het respect voor de ander?
Voor mijn eigen antwoord op dit soort vragen begin ik altijd met oriëntatie op de kern van het evangelie, een kern, die iedereen onderschrijft: Heb God lief boven alles en heb je naaste lief, hij is als jij. Schuilen bij God en bij mijn broeders en zusters is voor mij de beste optie. Bijbel en gebed. Het betekent voor mij eenvoudig de ander meerder achten dan mijzelf. Dat ervaar ik als zegenrijk. Gaandeweg groeit daar een gemeenschap uit, een samenleving. Samen bidden en bijbel lezen schept een onverwoestbare band. Niet zelden bleek het kunnen meeleven met de ander en zijn of haar zoeken en uitleggen verrijkend, bindend en relativerend te zijn. Hier ontstaat de eerbied voor het Woord van God, omdat eerst hier in volledige aanvaarding de openheid groeit om niet meer in standpunten en gelijk te denken maar in eenheid en verscheidenheid. Hier groeit de tafelgemeenschap in de onvoorwaardelijke liefde voor de ander. Wie dit begrijpt begrijpt ook, dat je de gemeenschap van brood en wijn, de eenheid in Christus’ liefde kunt meemaken met iemand, die heel hard moet vechten om met zijn (al dan niet) aangeboren aanleg geen kinderen te beschadigen. Maar hier groeit ook het besef, dat twee volwassenen alle liefde, kracht en hoop nodig hebben om elkaar te blijven herkennen en liefhebben in de kracht van de Geest van Christus, mannen en vrouwen gelijk. Brood en wijn in de strijd van alledag. Het ware beelddrager Gods zijn door de volharding in de liefde tot God en de naaste. En voor mijn lezers zal het geen geheimtaal zijn als ik zeg, dat je deze kracht van God gegeven moet zijn.
En als iemand dan van één of twee van mijn tafelgenoten zegt, dat hij / zij niet mee mag doen heb ik de neiging heel erg verontwaardigd te worden. Wij zijn in de kring, omdat we het niet van onszelf verwachten, maar ons heil buiten onszelf in Christus Jezus zoeken. Volharding in zonde maakt dat iemand buiten de gemeenschap komt te staan, niet dat anderen zeggen te weten dat iets wat je doet zonde is. Natuurlijk zijn er intense spanningen op dat punt. Wie van ons is wel zo roomblank, dat hij of zij niet van volharding in (een) zonde kan worden verdacht? Wie van ons weet wel precies te vertellen waar de grens van het koninkrijk ligt? Soms zijn de dingen in deze evident, ik heb ze ook meegemaakt. Tucht bracht vrede. Maar op een punt, waar (1) de bijbeluitleg uiteen loopt, (2) een mens niet beschadigd wordt door het enkele feit van de homoseksuele gerichtheid van zijn of haar partner en (3) een gemeenschap in de kracht van de Geest de durf heeft om over de eigen schaduw heen te stappen, raak ik enorm in verwarring wanneer een geluid van buiten op dwingende toon die gemeenschap van brood en wijn verbiedt.
Verwarring mag natuurlijk niet het laatste punt zijn en (de HERE God kennende) zal het ook niet het laatste punt zijn. Voorlopig ga ik maar dat doen, wat tot op heden nog steeds het leven in mijn bestaan heeft gebracht: Bidden en bijbel lezen. Het visiedocument levert goede stof om me toe te verhouden, maar als het een meningengesprek of een gelijk-hebben-strijd wordt leg ik het weg en hou me bij de bijbel, het gebed, brood en beker met hen, die God aan mijn levensweg toevertrouwde.
En de boer ….. hij ploegde voort
En de vergaderingen …… zij vergaderden door en hielden na de sluiting op te bestaan.
Pffffffffff ………