De post-individualistische kerk (12)
Dit bericht is 1288 keer gelezen!
Geboorte: Eerst de roze wolk dan hard werken
Vind je het goed dat ik even op een roze wolk blijf zitten? Het harde werken komt hierna wel. Als je het niet goed vindt dan sla je deze blog lekker over. Jouw keuze. Maar je loopt wel kans dat je de drijfveer, de energie voor het harde werken gaat missen. Anders gezegd: Als je niet geniet van de schittering van de eerste druppel uit de bron hoe zul je dan de kracht, het volume en de onstuimigheid van het water genieten en waarderen? Dus even die eerste druppel, de roze wolk, het pasgeboren kind, de puppy.
Er wordt voor ons huis in de brandende middagzon aan de straat, het trottoir en de perken gewerkt. Ik loop naar buiten en vraag wat de mannen en vrouwen willen drinken. Fris, water, koffie, thee. Ik onthoud het en loop weer naar binnen om een tijdje later met een blad glazen en een koektrommel weer naar buiten te komen. Even pauze. “Zwaar werk!”, zeg ik. “Ja”, zegt er één, “we moeten er aan wennen”. Ik kijk hem vragend aan. Ze vertellen dat ze taakstraffers en reclasseerders zijn. Niet gewend aan dit werk. “Tjonge, wat zul je blij zijn als je weer je eigen ding kan gaan doen”, suggereer ik. “Tja”, mijmert er één, “wij kunnen beter jouw voorbeeld volgen dan jij het onze.” Hier wordt de post-individualistische kerk geboren. Een beker koud water geven aan iemand die leert, zei Jezus.
Hij was voor zijn hart in het ziekenhuis belandt. Taai had hij het. Een verpleger kwam op de rand van zijn bed zitten en hij kon even uithuilen. Toen hij een beetje kracht hervond deelde hij met de verpleger dat hij Gods nabijheid heel verwarmend en troostrijk vond. De patient naast hem ving die woorden op en toen ze midden in de nacht allebei wakker lagen vroeg zijn buurman: “Zou je voor mij willen bidden?” Hij deed het. Hardop. Bij het amen sliep zijn buurman. Hier was de post-individualistische kerk. Het was gewoon een andere vorm van een beker koud water. Aan water had de buurman niets, maar de liefde werd aangepast aan wat de buurman nodig had.
Het is waar, je moet er wel op letten. Die ene druppel. Het gaat er ook niet in de eerste plaats om of je het ziet. Sterker nog: Als je het ziet en gaat benoemen is het al weer weg. Als je het probeert vast te pakken, te kooien in theorie om het vervolgens te reproduceren verdwijnt het. Maar het is wel goed om even op die roze wolk te blijven zitten en te kijken naar de slapende buurman en te weten: Hier was de kerk, dat wat van de Heer is.
Nog een voorbeeld: Ik sluit achteraan in de rij bij de kassa met een pak koek in mijn handen. Vergadering in de kerk en er is geen koek. Weinig gastvrij. De rij is lang en de vergadering begint over tien minuten. De mevrouw vóór mij (volle boodschappenkar) kijkt naar mijn pak koek en en zegt: “Ga maar voor. Dat ene pak koek …” En zo doen de drie mensen vóór haar tot ik bij de kassière ben die net afrekent met de eerste klant in de rij. “Hé, dag meneer, weer een vergadering in de kerk?” “Ja en er was geen koek meer.” “GOED BEZIG”, roept de één-na-laatste in de rij. De hele rij grinnikt als ik ze bedank voor de voorrang en ze een gezegende avond wens.
En je kunt miljoenen puntjes in de tijd noemen, ook jouw tijd, waar de kerk opeens was. Kijk je naaste maar eens aan en geef wat hij nodig heeft. Een beker koud water, een hand op de schouder, voorrang in de rij, etc, etc. Daar is de post-individualistische kerk, maar als je het gaat definiëren is het weg. Maar als je er op let ga je het steeds beter en eerder zien. Wat? Jouw naaste en wat die nodig heeft. Hij is als jij, dus heb hem lief. Uiteindelijk zul je zien dat je al lerend op het punt komt dat je jouw leven geeft voor jouw naaste.
We stappen van de roze wolk af.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie