De bergrede (2) – landzout
Dit bericht is 2302 keer gelezen!
“Jullie zijn landzout.” Jezus spreekt de mensen aan die Hij net aanwees als rouwenden, verliezers, vredezoekers, zieken, Godzoekers en vriendelijken. Zij zijn achter hem aan de berg op gegaan en ergens tussen hemel en aarde luisteren ze naar de stem, die ene stem. “Jullie zijn landzout.” De omstanders wisten best wat landzout was. Wij hebben even wat uitleg nodig. IN de tijd van Jezus was het zout geheel uit de natuur gewonnen, meestal uit de DodeZee. Het was geen zuiver keukenzout, zoals wij dat kennen, maar een mengelingen van mineralen waar soms meer, soms minde NaCL (keukenzout) tussen zat. Soms zat er zo weinig zout in, dat ze de restanten van het zout gebruikten om zand- en modderpaden te verharden. Het zout (of wat er dan voor door ging) gooiden men op natte en modderige plaatsen. Het zout trok het vocht uit het zand en de modder en verstevigde zo het pad.
“Jullie zijn landzout.” Zo gehoord klinkt dat woord niet vriendelijk. En Jezus lijkt het er ook nog eens in te wrijven. Als het zout zijn kracht verliest dient het nergens anders meer toe dan om buiten gegooid te worden en door mensen vertrapt. Echt onprettig om dit etiket opgeplakt te krijgen. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Jezus wel de spijker op zijn kop sloeg. Hoe vaak voelden zij zich niet zo. Krachteloos geworden tegenover de gang en de machten van de tijd werden zij afgedankt en liep men over hen heen. Wat kun je doen als vermoeid en belast mens? Wat kun je inbrengen als je in rouw bent, vervolgd en geslagen? Wat kun je doen als je vrede zoekt? Goed, de woorden klinken niet vleiend, maar ze zijn daarom niet minder raak. Landzout! Hooguit zou je nog kunnen denken, dat je er dan toch nog toe dient om het pad van de mensen te verharden. Maar dat klinkt erg schraal. Het is in ieder geval iets dat ze ergens tussen hemel en aarde worden herkend als wie ze zijn. Er is iemand die hen aankijkt.
“Jullie zijn het licht van de maatschappij.” Wat Jezus daarmee bedoelt wordt duidelijk in het vervolg. Hij zegt dat een stad op een berg niet verborgen kan blijven. Dat is juist. Overdag zie je hem al van verre liggen en in de avond en nacht draagt het licht in de huiskamers mijlenver. Al zou de samenleving zich willen verbergen, het kan niet zoals een stad op een berg dat niet kan. Maar dan is het licht eigenlijk best irritant. Je kunt niet zonder, want je stoot je aan elke steen. Je kunt ook niet met, want je bent van verre herkenbaar. “Jullie zijn het licht van de maatschappij.” Het licht waar je niet zonder kunt en waar je niet met kunt. Het licht dat de maatschappij laat zien hoe de zaken werkelijk zitten. Hoe het echt in elkaar zit. Het licht dat de maatschappij laat zien, dat men zich niet kan verbergen.
Maar hoe zijn die rouwenden, zieken, vredezoekers, onrechtvaardig behandelden en andere verschoppelingen dan het licht van de samenleving? Dat lijkt me niet zo moeilijk. Heb je wel eens met jezelf geen raad geweten als iemand probeerde aan je uit te leggen hoe onrechtvaardig hij behandeld is of hoe erg het is om vergeten te worden in de rouw om een geliefde? Je voelt je ongemakkelijk, wellicht door de machteloosheid. Je kunt er niets aan doen en weet dat de maatschappij geen tijd heeft voor zulke mensen. Deze mensen raken je precies waar je niet geraakt wil worden. De armen van de wereld, de dronkelappen, de hoeren en de faillieten. Ze raken je waar je niet geraakt wil worden. Zie je dat ze zijn als het licht? Je kunt niet met ze, maar ook niet zonder ze. Heel irritant.
“Gelukkig ben je pas echt”, zo klinkt de stem weer, “als je zo’n licht van de maatschappij bent. Laat zo jouw licht schijnen onder de mensen, zodat de mensen hun hemelse Vader leren kennen …..
Stilte
(Wordt vervolgd)
Geef een reactie