De post-individualistische samenleving (61)
De onderhond (2)
Het is alsof Jezus mijmert, in zichzelf de dingen op een rij zet. Hoe zat het ook al weer? O ja! “Ik moet de werken doen van Hem Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht waarin niemand kan werken. Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het Licht der wereld.” En met die woorden kijkt hij naar de blindgeboren man. “Ik moet de werken doen …. Dat ben ik in deze relatie, dat is mijn plaats.” En die plaats geeft Jezus weer door te zeggen “Ik ben het licht van de wereld”. Je merkt, ik maak het niet groter dan deze ene ontmoeting. De ontmoeting tussen van Jezus en een blinde man. Jij en ik, verder niet. Samenleven na het individualisme. En Jezus maakt dat duidelijk door en in wat hij nu gaat doen.