De post-individualistische samenleving (74)
Ik geloof er niets van (1)
“Opa, jij moet in mij gaan zitten.” Naast mij op de bank zit een springerig knulletje met een game-controller in zijn handen. Ik heb ook zo’n ding in mijn handen en we doen samen een spelletje. De clou van het spelletje lijkt te zijn dat je door samenwerking een uitgang vindt. Onze poppetjes op het scherm zitten aan elkaar vast, dus we moeten wel samenwerken. Inmiddels weet ik dat knop-A springen is en joystick-links het vooruit-achteruit en omhoog-omlaag bestuurt. Maar nu staat mijn poppetje bovenop een rotsblok en zijn poppetje is heel ver boven mij uit het zicht verdwenen. Ik heb geen idee hoe ik achter hem aan kan gaan. Zijn poppetje staat opeens weer naast mijn poppetje op het rotsblok. “Opa, jij moet in mij gaan zitten,” herhaalt spring-in-het-veld naast mij. Maar ik weet niet wat ik moet doen. Bij wijze van uitleg houdt hij mij zijn controller voor en roept: “Je moet op díe knop drukken.” Hij gaat er van uit dat ik zie welke knop hij aanwijst, maar voor mijn besef wijst hij geen enkele knop aan behalve alle knoppen tegelijk op zijn controller.