De post-individualistische samenleving (80)
Ik geloof er niets van (7) / In de liefde
Voor de goede orde moet ik twee werkwoorden uit elkaar gaan halen. Liefhebben en houden van. Het maakt mij even niet uit of woordenboeken vinden dat ze hetzelfde betekenen. Ik heb het voor de serie nodig om een betekenisverschil te maken tussen die twee. Dat is nodig om te kunnen duidelijk maken wat Jezus nu eigenlijk bedoelt als hij zegt dat wij “in zijn liefde moeten blijven”. Ik maak in mijn gebruik een belangrijk verschil tussen deze twee werkwoorden. Als ik het over liefhebben ga hebben dan ga ik het over eenzijdigheid hebben. Je hebt iets of iemand lief omdat je dat zelf wil. Geen andere reden. Als je van iets of van iemand houdt dan is er (ook) een reden in die ander. Je houdt bijvoorbeeld van gespierde mannen of mollige vrouwen. Dan is er iets in die ander dat (mede) maakt dat je van die ander houdt. Als je de ander liefhebt dan is er geen reden in die ander. Jij geeft jouw liefde, aandacht, inspanning voor die ander omdat jij dat wil en nergens anders om. Ik weet dat je het ook anders kunt definiëren, maar ik doe het (vanwege de uitspraak van Jezus) in mijn serie zo. Houden van is in mijn serie niet per definitie zonder voorwaarde in de ander, liefhebben wel. Je hebt iemand lief omdat je iemand liefhebt en dat blijft zo. Hij of zij heeft dat maar te accepteren. En liefhebben wil zeggen dat jij jezelf (waar je kan) aan de ander geeft om de ander mooi, mooier, mooist te laten zijn.