De post-individualistische kerk (8)
Dit bericht is 749 keer gelezen!
Nog een keer “recht”
In de vorige blog probeerde ik de grens tussen individualisme en egoïsme aan te geven en die grens ga ik nu met dik zwart duidelijker maken. In de vorige blog suggereerde ik dat als je voor iets dat je wilt jezelf moet rechtvaardigen door te zeggen dat “je er toch recht op hebt” of “dat je het waard bent” je de grens van individualisme naar egoïsme bent gepasseerd. Een voorbeeld: Als ik op de motor stap voor een plezierrit zal niemand me daarop bekritiseren. En toch knagen de milieuvervuiling, de wereld van mijn kleinkinderen, de besteding van mijn geld, de eenzaamheid van mijn vrouw en wellicht nog veel meer dingen aan mijn geweten. Velen zullen zeggen: Doe niet zo moeilijk, geniet van jouw vakantie. Maar dat zeggen ze misschien omdat ze zelf heel vaak, net als ik, eerder kiezen voor het gemak en het plezier dan voor wat verantwoord is en wellicht meer inspanning kost. En daar voel je de grens. Als je op die grens jezelf rechtvaardigt door woorden als “ik heb er recht op” dan weet je dat er iets niet klopt.
Wat is er mis met het woordje “recht”? Niet zo heel veel natuurlijk. Recht moet geschieden en waar je recht op hebt moet je gegeven worden. Dat klinkt niet alleen helder, het maakt ook veel helder. Maar individualistisch recht kan erg lastig zijn. Dat recht is namelijk bijna altijd een plicht van een ander. Jouw recht op het inademen van schone lucht is mijn plicht om zoveel mogelijk op de fiets of met het OV te gaan. Bij ieder excuus om niet de fiets te pakken is het mijn plicht om aan jouw recht te denken. Tijden lang pakte ik de auto als ik mijn gitaar mee naar de kerk wilde nemen. Tot iemand zei: Er zijn ook fietskarretjes. En die persoon zei dat vanwege het milieu, dus jouw schone lucht. Jouw recht is mijn plicht. En als ik jouw recht verzaak moet ik mijzelf rechtvaardigen. Ziehier de grens van het individualisme. Als ik mijzelf moet gaan rechtvaardigen klopt er iets niet. In wat ik doe. In wat jij van mij vraagt. In wat ik denk dat jij van mij vraagt. Enz. enz.
Nu kun je die grens overstappen door te zeggen: Moeilijk, moeilijk, moeilijk allemaal, ik maak het zelf wel uit (hyperindividualisme). Die weg leidt tot egoïsme en egocentrisme. Je kunt de grens ook overstappen door te zeggen: Laten de gemeenschap dan maar bepalen waar de grens ligt tussen jouw recht en mijn plicht. Die weg kan leiden naar collectivistisch gedrag. Het individu is er voor de groep. Maar daar kwamen we juist vandaan en dat wilden we niet meer. Het kan ook leiden naar een totalitaire situatie, dat de gemeenschap het individu als het ware aan alle kanten bindt. Daar lijken we in Nederland aardig naar op weg. Het kan ook leiden naar populistisch gedrag. Groepen die op één onderwerp van eigen belang of eigen recht aanslaan en gemeenschappelijk actie gaan ondernemen. Ook dat is in ons land herkenbaar. De waarheid is niet meer te vinden, geweld lijkt het recht te ondersteunen en de maatschappij wordt onleefbaar, want onveilig. En zo zullen er wel meer mogelijkheden zijn. Ik wil er alleen maar mee zeggen dat een individualistische keuze op grond van recht het risico in zich bergt van ontwrichting van de maatschappij en uiteindelijk het einde zal zijn van het individu.
Maar ik had ook niet ingebracht dat de ander “recht” heeft op mijn liefde. Waar het om ging was dat we de weg afwandelen van het woord “je zult jouw naaste liefhebben, want hij is als jij” en al wandelend hopen we de ander en God te ontmoeten. Let dus op: Er staat niet dat de naaste RECHT heeft op jouw liefde. Zelfs al zou je het eerste deel (Je zult je naaste liefhebben) zien als een plicht, dan nog betekent dat niet dat liefde het recht van de naaste is. Het woord van Jezus kijkt alleen mij aan. Ik ben. En liefhebben is een proces in mij. Ik heb lief. En de essentie van het leven, zegt Jezus, vind je wanneer die liefde zich richt op de naaste. En wees er zeker van dat die liefde nodig is, want hij is als jij.
Dit is de dikke zwarte lijn tussen individualisme en egoïsme. Individualisme is navolgenswaard omdat het de essentie raakt van “ik ben”, maar als mijn liefde zich niet richt op mijn naaste vergaat de samenleving en uiteindelijk ook ik. Het is dus niet juist dat je eerst van jezelf moet houden voordat je van een ander kunt houden. Zeg je dat dan haal je door de achterdeur binnen wat we er net door de voordeur hebben uitgezet en zul je de naaste niet liefhebben en uiteindelijk jezelf vernietigen.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie