De Post-individualistische kerk (2)
Dit bericht is 1255 keer gelezen!
Hoe kwam ik op de bodem terecht? Het antwoord op die vraag is eenvoudig en ingewikkeld tegelijk. De weg van afdalen was de weg van de individualistische vragen. Die vragen moest en moet ik wel stellen, omdat het de vragen van de mensen om mij heen zijn. De scherpste vragen zijn uiteraard: Hoe weet ik dat er een God is en als ik dat weet waarom zou ik Hem dan moeten geloven of in Hem moeten geloven? Uiteraard komen daar legio andere vragen bij van “waarom zou ik me aansluiten bij een kerk?” tot “waarom zou mijn keuze minder zijn dan het ogenschijnlijke antwoord van de meerderheid of de traditie?” En hier kan ik nog veel andere vragen tussen zetten. Ze komen allemaal uit dezelfde bron: Mijn antwoord is mijn antwoord en daar ben ik verantwoordelijk voor. Ook als de kerk zegt dat we geroepen worden om God te dienen en Zijn Woord te geloven stelt de individualist de vraag: Hoe ben jij, kerk en kerkmens, aan die overtuiging gekomen? En in de zoektocht naar het antwoord op die vraag daal je steeds verder af op de individualistische ladder en kom je uit bij de overtuiging dat ieder mens een eigen antwoord dient te geven. En vanuit de autonomie van de mens gerekend is dan het ene antwoord niet meer of beter dan het andere antwoord. Mensen zijn immers gelijk. Hun antwoorden kunnen geladen zijn met kennis, gevoel, dwang, gelatenheid, etc. Maar antwoorden zijn antwoorden en de overtuigingskracht wordt wel of niet aanvaard. En daarmee is de individualist terug bij “af”. Hij moet zelf kiezen.
Hier gebeurt iets fundamenteels. Als je goed kijkt zie je dat God als het ware afhankelijk wordt en is van het antwoord van het individu. Deze opmerking is voor heel veel mensen een grote opluchting, want er is geen autoriteit boven henzelf. Maar voor nog meer mensen is deze opmerking heel pijnlijk. God verdwijnt immers als God, als Hoogste, als Betrouwbare uit jouw leven. Er is niets anders dan jij, want God kan door jouw keuze aan de kant worden gezet. En ook jouw medemens kan de keuze voor jou niet maken. Voor wat het waard is: Volgens de bijbel is dit de basiskeuze die de wereld en ons leven en dat van onze medemens maakt of breekt. (Voor de bijbellezers: Genesis 3:5) Het laat zich raden dat de bijbel deze basiskeuze een duivels dilemma vindt. Kies je voor jezelf en jouw zeggenschap dan zal de wereld breken en zal jij alleen komen te staan. Kies je niet in de eerste plaats voor jezelf dan raak je in ieder geval een deel van jouw autonomie kwijt. Nu zou een kennis van mij zeggen dat ik een dwangkeuze voorstel en dat er vast meer mogelijkheden zijn. En dat is pijnlijk waar. De keuze van de individualist is ten diepste een dwangkeuze en er zijn varianten en mogelijkheden, maar alle mogelijke varianten komen uiteindelijk op deze fundamentele vraag terug: Kies ik of kiest iemand voor mij?
Krakau 20 oktober 2022
Ik was vroeg uit de veren en liep in de ochtendschemer vanaf de camping de brug over de Wisla op op weg naar een dagje sightseeing. De oude synagoge, de fabriek van Schindler, de Wawel kathedraal en de grote markt stonden op mijn programma. Ik passeerde een kerk waar op die donderdagochtend een dienst gaande was. Nieuwsgierig stapte ik de kerk in en nam plaats in één van de achterste rijen. De dienst was al haast ten einde, want een paar minuten na mijn binnenkomst gingen de mensen staan, werd er nog wat “heen en weer gepreveld” tussen priester en gemeente en gingen de meeste mensen naar de uitgang. Ik bleef nog even zitten om wat van de kerk in me op te nemen. Na verloop van tijd raakte ik in gesprek met een geestelijke (afgaand op zijn outfit) en ik sprak mijn verbazing uit over de hoeveelheid mensen die op donderdagochtend in de kerk was. Hij vroeg waar ik vandaan kwam en wist meteen te vertellen dat een collega van hem die uit Polen naar Nederland was gestuurd als parochiepriester hem had bericht hoe vreselijk onkerkelijk en ongelovig Nederland was. Mijn verwondering verbaasde hem dus niet. We spraken een tijdje en een kort fragment wil ik met je delen. Hij zei, dat hij elke dag, elke week en elk jaar hetzelfde deed in de kerk. Vaste tradities, opgedragen door Rome en gewenst door zijn parochianen. Hij vertelde van de vaste tred en dat hij er helemaal geen behoefte aan had en geen belang in zag om daar ook maar iets aan te veranderen. Ook de grote vragen van de wereld haalden hem niet uit zijn vaste tred van gebeden, lezingen en eucharistie. En zijn parochianen vonden dat heerlijk. De enkeling die het wat saai vond kwam gewoon wat minder vaak als hij maar wel af en toe biechtte en de sacramenten gebruikte.
Vreemd genoeg was ik geraakt door de charme van het vaste patroon. Gaandeweg de dag kwamen daar nog wat andere indrukken bij over wat de centrale verordening van de kerk van Rome teweeg had gebracht in een stad als Krakau. Maar dat laat ik nu even zitten. God legde me de vraag voor: “Zou jij ook zo predikant willen zijn”? De vaste tred had zeker zijn charme en de waardering van de parochianen ook. Zo predikant zijn zou in zekere zin vrede betekenen. Niet meer overal je eigen antwoord op zoeken, niet meer elke keer opnieuw beginnen, niet meer tot op het bot zelf verantwoordelijk zijn. Maar toen ik na een dag Krakau en een dag Auschwitz op de motor zat naar Swidnica bekroop mij de angst voor een gevangenis. Omarmd door de grote moederkerk voelde ik de lucht uit mijn longen geperst worden en zag ik mij langzaam inslapen. Ik hoorde mij herhalen en leren wat Rome voorschreef in de hoop dat het de juiste woorden zouden zijn. Nee, besloot ik, niet op die manier. Ik heb liever de scherpte van het zoeken.
Een dag later zat ik op een terrasje in Swidnica en toen stelde God mij de vraag: “En wordt jij dan blij van het steeds weer zoeken van je eigen antwoorden?” En een tweede vraag: “Dien je met die zoektocht de mensen?” Ik moest het antwoord op dat moment schuldig blijven, maar de vraag gesteld krijgen vormt ook je zoektocht. Enigszins ontgoocheld ging ik op zondag in Swidnica naar een (overvolle) kerkdienst. Ik moest blijven staan bij anderen omdat er geen zitplaats meer was. Ik heb me zelden zo onthuis gevoeld in de kerk als die zondagochtend. Had ik mijzelf de kerk afgenomen?
Toen ik van Swidnica naar Bernburg reed (ik was op weg naar huis) realiseerde ik me dat ik op de bodem van mijn individualisme terecht was gekomen. Ik was daar alleen geweest in de kerk in Swidnica. Nu zou je kunnen zeggen: Maar jij weet God toch wel boven jou en om je heen? En dat is waar, maar ik was de weg begonnen omdat mensen om mij heen op dat pad hun vragen stellen, zoeken en daarbij ook mij aankijken. En jij, wat zeg jij? En het antwoord zou voor een individualist een begin van geloof moeten of moeten kunnen zijn. Dat was althans de eis die ik mezelf stelde. En dus was ik op zoek naar het begin van de weg voor individualisten, maar dan wel een begin waar ik zelf ook in geloof.
De parel komt nog, we zijn er bijna.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie