Wind of begrenzing?

Mijn broeder Arie Versluis schreef in een paar zinnen in de Wekker nog meer wat verdere reactie oproept. Een kort blogje wijd ik aan een gedeelte van zijn woorden. Hij schreef naar aanleiding van het feit, dat de classis Apeldoorn inzake vrouw en ambt een ander besluit had genomen dan de synode van de CGK:: “Niemand is erbij gebaat dat bij zo’n ingrijpend en gevoelig onderwerp elke classis zijn eigen beleid gaat bepalen, met mogelijke verschillen tussen de classes als gevolg.”
Deze woorden verraden de overtuiging dat er op punten waarop de synode beslist uniformiteit in mening en denken bestaat of moet ontstaan. Alle kerken, classes en PS-en zouden zich met de uitspraak van de GS moeten conformeren. En die overtuiging lijkt goede papieren te hebben omdat een handtekening onder de kerkorde vertelt, dat alle ambtsdragers, dus alle stemgerechtigden in dit kerkelijk proces, zich zullen houden aan wat de GS besluit. Aan deze mening ligt echter een verwarring ten grondslag. Men verwart kerkelijk eenheid met eenheid in geloof en geweten. Soms komen geloof en geweten diametraal tegenover een beslissing te staan die door de kerkelijke eenheid is genomen. Dat kun je in de beslissing zelf al zien. Waar ook maar één ambtsdrager ter synode anders gestemd heeft dan de meerderheid is die eenheid van geloof en geweten al niet gelijk aan de kerkelijke eenheid. Op heel veel punten kunnen mensen zich conformeren, maar niet op alle punten. En dat blijkt nu. Conformeren naar geloof en geweten omwille van een kerkelijk eenheid was voor veel mensen op de punten van vrouw en ambt, seksuele identiteit, liturgische vormgeving en nog enkele punten al niet mogelijk. Nu blijkt het ook voor kerken en een eerste meerdere vergadering (classis) niet mogelijk.